Horeca volgende week open: ‘Ik hoop dat we langzamerhand normaler kunnen werken’

RIJPWETERING – Op 1 juni mogen de horecagelegenheden hun deuren weer openen. Alleen mogen er dan maximaal dertig mensen binnen zijn, moeten mensen vooraf reserveren en moet iedereen natuurlijk 1,5 meter afstand houden van elkaar. 

Horecaondernemers kijken uit naar de heropening. Zo ook Arjen van Leeuwen, eigenaar van eetcafé De Vergulde Vos in Rijpwetering. ‘Ik ben zeker blij dat we weer ons normale ding kunnen gaan doen en de gastvrijheid hier kunnen laten zien’, zegt hij in het radioprogramma KB Actueel. ‘Aan de andere kant vind ik het ook weer spannend hoe het allemaal gaat. We moeten dit met z’n allen doen, en we hopen dan ook dat iedereen er flexibel mee omgaat.’

Gasten uit verschillende huishoudens moeten wel 1,5 meter afstand houden, gasten uit hetzelfde huishouden hoeven dat niet. Maar hoe ga je als restaurant controleren of gasten wel echt bij hetzelfde huishouden horen? ‘We gaan eigenlijk toch een beetje uit van de eerlijkheid van de mens. Vooraf bij de reservering vragen we of de mensen behoren tot hetzelfde huishouden. Zo niet, dan moeten we daar rekening mee houden’, aldus Van Leeuwen. 

Oplettend serveren

Serveren op 1,5 meter afstand is een flinke uitdaging. Daar is inmiddels een aparte regeling voor. ‘Gelukkig mogen wij wel serveren binnen de straal van 1,5 meter’, vertelt Van Leeuwen. ‘Wij mogen alleen maar binnen die straal komen, wanneer mensen aangeven dat ze gezond zijn en geen last van coronaverschijnselen hebben. Het is bijzonder dat wij wel binnen die 1,5 meter mogen komen, maar anders is het serveren gewoon praktisch onmogelijk.’

Nu het al bijna 1 juni is, stromen bij de meeste horecagelegenheden de reserveringen weer binnen. ‘Wij krijgen al reserveringen binnen, maar wij willen eerst alles uitgeschreven en op de rit hebben, zodat we iedereen zo goed mogelijk kunnen helpen', zegt Van Leeuwen.

De eigenaar van het eetcafé kijkt voorzichtig al vooruit, naar de periode ná 1 juni. ‘We passen ons aan waar we moeten, maar we hopen natuurlijk dat we langzamerhand normaler kunnen werken. Het is een dilemma; je wilt het beste voor iedereen, maar je wilt ook niet dat jouw zaak of die van anderen straks om gaan vallen.’